De Bartje 200, als doel naar herstel.

Afgelopen zondag was het dan zover; de Bartje200. Vorig jaar heb ik deze wedstrijd ook gereden en daarnaast onder andere de Haarle 200 en de BeMC. Zou geen probleem moeten zijn, zou je denken. De werkelijkheid ligt toch iets anders. Vorig jaar, eind november, ben ik tijdens een training
ongelukkig gevallen, met als gevolg een heupbreuk. Volgens de arts was het een nare breuk en dat heb ik geweten. Ik moest uitgaan van een jaar revalideren, voordat ik weer een beetje kon doen wat ik gewend was. Het was zowel lichamelijk als mentaal een zware klap. De Haarle 200 stond gepland, net als een skivakantie in maart. Op dat moment zag ik alles als een kaartenhuis in elkaar zakken. Ik heb mijn startbewijs voor de Haarle overgedragen aan Derk en ook de skivakantie werd geannuleerd. Geen fijne tijd, maar gelukkig heb ik veel steun en begrip van de mensen om me heen gehad. Eén ding wist ik zeker, wat er ook zou gebeuren, ik ging er alles aan doen om zo goed mogelijk te revalideren! Dat heb ik gedaan. Trainen, trainen en nog eens trainen. Na 6 weken kreeg ik de uitslag van de röntgenfoto’s. De arts was erg tevreden over het resultaat tot dusver. Ik kreeg de boodschap dat ik alles weer mocht doen. Dat klinkt natuurlijk geweldig, maar ik kon nog steeds niet lopen zonder krukken. Maar het revalideren begon langzaam toch steeds meer zijn vruchten af te werpen en het fietsen ging steeds iets beter. Begin maart werd er in een app-groep een startnummer Bartje200 aangeboden. Ik dacht, waarschijnlijk wordt het niets, maar een doel heb ik nodig. Dus ik greep mijn kans en nam hem over. Nu ik een mooi doel voor ogen had, werd mijn motivatie voor herstel er niet minder om en ging ik nog harder aan de bak.


Zondag 16 juni was het dan zover. Ik zou de Bartje samen met Anne van Leeuwen, Merlijn Visser en Lex de Vries gaan rijden. Later sloot Derk Tellegen ook nog aan. Geweldig! Helaas kreeg Anne de zondag ervoor tijdens een training een nare blessure aan zijn pols, waardoor hij uiteindelijk niet ging. Jammer! De dag van de wedstrijd brak aan. In alle vroegte vertrok ik deze zondag met de auto naar Ees, om daar de andere mannen te treffen. Dit zou feest worden, want we stonden immers in wave 1. Eenmaal bij het startvak bleek dat het vak was opgedeeld in tussen vakken, oplopend op inschrijfnummer. Dat was even een tegenvaller. Omdat onze startnummers te ver uit elkaar lagen, stonden we niet bij elkaar. Ik had nummer 40 en stond daarmee wel in het eerste vak, mooi vooraan. Els Visbach was bereid om onderweg bidons aan te geven, dus al met al een goed uitgangspunt om mee te starten.

Eindelijk was daar het startschot en het geweld ging los! Ik ging met een dubbel gevoel van start. Enerzijds wilde ik maar al te graag met de rappe mannen mee, maar anderzijds wist ik ook dat ik nog lang de inhoud niet had en mezelf nog wel ging tegenkomen. Eenmaal van start en rijdend tussen de wielen dacht ik, zolang ik hier ‘relatief makkelijk’ kan meekomen en geen kopwerk doe, geniet ik gewoon van het moment en kijk ik waar de gaten vallen en bij welk groepje ik kan aanhaken. Dit bleek een goede strategie. De breuk kwam er en de groepjes werden gevormd. Ik vond mijn plek in, waarvan ik dacht, de tweede groep. Na ongeveer 60 km, toen de snelheid onderuit ging, ben ik met een groepsgenoot weggereden en hoopte dat dit een goede keuze was. Ik voelde me op dat moment nog erg goed en sterk, en had ook best veel kopwerk gedaan. Bij de tweede post heb ik de eerste verzorging genomen; een bidon van Els! Alles liep gesmeerd, maar ik wist ook dat we pas op de helft zaten en Ees nog ver was. De dip kwam en ik kon amper meer kopwerk doen. Het wiel houden werd steeds moeilijker. Ik besloot hem te laten gaan en mijn lichaam de tijd voor herstel te geven, hopend op een tweede leven.

Na een tijd op een lager tempo alleen gefietst te hebben, kwam voorbij Zuidlaren, de achterliggende groep mij in de rug. Dit was even slikken, omdat ik hiermee toch moest vrezen voor mijn positie in de wedstrijd. Wat natuurlijk helemaal niets uitmaakte, omdat het eigenlijk al fantastisch was dat ik dit allemaal weer kon doen, maar daar dacht ik toen even niet aan. In dat groepje van ongeveer 10 rijders bleek Derk Tellegen te zitten. Dat was een leuke bijkomstigheid. Ik kon me in de groep verder opladen en de kracht kwam langzaam terug. Ook in dit groepje ging het tempo iets onderuit. Maar er was één man die er nog wel zin in had en baalde dat niemand wilde draaien. Toen dacht ik bij mezelf, dit is een mooie tweede kans en ik gokte het erop. En ja, we waren samen los. Dit bleek iemand te
zijn met veel strandrace ervaring, en dus een gangmaker! We waren aan elkaar gewaagd en spraken af samen de koers uit te rijden. Maar, het was nog wel ver! Toch bleef de gang erin. Ik deed de tracks en samen deden we de lange stroken. Dit ging boven verwachting goed. Onderweg raapten we nog zo’n twee man op en met zijn vieren zijn we doorgereden naar Ees. De laatste kilometers deden veel met me. Er ging heel veel door mijn hoofd en mijn ogen schoten toch een beetje vol. Ik had dit gewoon gedaan! Uiteindelijk wist ik er nog een sprint uit te trekken en werd ik 2e van de groep van 4. Uiteindelijk ben ik 13e geworden en Merlijn 42e en heb ik de wedstrijd 25 minuten sneller gereden dan vorig jaar. Al met al super tevreden en ik kijk alweer uit naar Bartje 2020.

Bart van Dieren, Team RideMyMTB

2 reacties

  1. Topper, heel mooi verhaal. Je bent van ver gekomen, maar wat goed is komt snel.

  2. Hannes Schalkwijk

    Mooi verhaal en comeback Bart. Gefeliciteerd!

Laat een antwoord achter aan Hannes Schalkwijk Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *